DE WERELD NU

De kerken verdwijnen & de moskeeën verschijnen

kerken

Het was een opmerkelijke samenwerking: debatcentrum De Rode Hoed en een avond die gewijd was aan het thema ‘de ondergang van onze beschaving’. De avond bestond uit vier korte referaten binnen het overkoepelende thema van de ondergang van onze beschaving; is die wel of niet een feit? Na iedere spreker was er ruimte voor vragen vanuit de rest van het panel en de zaal.

De sprekers: Paul Cliteur, Esther van Fenema, Sid Lukkassen en Robert Lemm. De eerste een rechtse rechtsfilosoof, de tweede een psychiater, violiste en interviewer, de derde het enfant terrible van Buitenhof en doorn in het oog van de Radboud Universiteit, de vierde een vrij-zwevende filosoof en hispanist, alsook een reactionaire katholiek.

Kortom, een rechtse avond in een links hol.

Moderator Esther van Rijswijk benoemde deze vreemde samenkomst van locatie en sprekers meteen aan het begin van de avond. Mensen hadden haar gevraagd ‘of ze dit nou wel moest doen?’ Het antwoord daarop bleek ‘jazeker’ te zijn. Een meer competente, ontwapenende en aimabele moderator zal moeilijk te vinden zijn. Eén voorbeeld daarvan is de manier waarop ze Sid Lukkassen zijn eigen lukkasseneske stijl liet botvieren, zonder dat die het publiek ging tegenstaan. Sid kan soms – wanneer hij goed op gang komt – enigszins doordraven. Hoewel dat voor sommige mensen enorm genieten is, geldt dat niet voor iedereen. Laat het optreden van Esther een voorbeeld zijn voor anderen moderators (we noemen geen namen, Ebru Umar).

Alle vier de sprekers kregen 10 minuten om hun stelling uiteen te zetten (Sid Lukkassen nam iets meer tijd), en daarna werd het betoog besproken door het panel en het publiek. Esther hield wijselijk de microfoon altijd zelf vast.

Robert Lemm deed de aftrap. De kern van zijn betoog was dat, in Spengleriaans opzicht, beschavingen opkomen (en ondergaan als) als planten en ondergaan als planten. Onze westerse beschaving kende haar bloeitijd in de middeleeuwen, en vanaf de Verlichting begonnen we haar wortels door te snijden. Liberalisme, kapitalisme, democratie en mensenrechten hebben ons niet zozeer bevrijd, als wel vervreemd. De formulering van de mensenrechten viel samen met de introductie van de guillotine. Waarin hij een wapen voor de eerste genocide ziet; het door de staat uitroeien van een groep mensen zonder aanzien des persoons op basis van groepsidentiteit.

Dit veroorzaakte enig verward hoofdschudden en de eerste mopperige golfjes van onenigheid in het publiek.

Lemm bekijkt deze ondergang van het avondland als iets wat gewoon het geval is, waarvan hij verder niet zoveel vindt. Persoonlijk vond hij het weliswaar jammer, maar als historicus meent hij dat dingen gewoon zijn zoals ze zijn.

Wij zijn geen democratieën, maar economieën” en “de kerken verdwijnen en de moskeeën verschijnen” waren de sleutelcitaten van zijn verhaal. Ook de prikkelende opmerking dat wij – in tegenstelling tot andere groepen – niets hebben waarvoor we zouden willen sterven gaf veel te denken.

Lemm rekende in zijn betoog af met de vooruitgangsgedachte, die hij als een gevaarlijke, hoogmoedige, kapitale vergissing van het westen beschouwt. Enkele bezoekers konden zich niet onttrekken aan het vermoeden dat hij de huidige ondergang van het avondland als niet meer dan ons verdiende loon ziet. Wij zijn het die god en kerk de rug hebben toegekeerd; dit komt ervan. Mensen die dat niet hebben gedaan en weten waarvoor ze vechten en sterven willen zullen onze plaats overnemen.

Lemm vroeg zich hardop af wat ons nog bindt bij afwezigheid van religie, en eerlijk gezegd moest het publiek hem het antwoord schuldig blijven.

Sid Lukkassen wilde een kritische kanttekening plaatsen bij de definitie van genocide van Robert Lemm. Sid kreeg daar van Esther niet onmiddellijk de gelegenheid toe, aangezien hij de volgende spreker was en hji zijn betoog ermee kon beginnen.

Lukkassen bouwde zijn betoog rondom een combinatie van een aantal schitterende oneliners, amusant geplaatste neologismen (‘ge-deugshamed’) en de gedachte dat er een nieuwe zuil moet ontstaan, één die zich niet louter definieert als ‘anti-cultuurmarxistisch’. Dat cultuurmarxisme en de social justice warriors zullen in zijn visie zichzelf wel uitroeien, aangezien ze veel te druk zijn met protesteren en rage bloggen om gezinnen te stichten en zich voort te planten. Een verheffende boodschap.

Een korte maar komische anekdote over zijn broer, die in een fabriek in de randstad werkte, oogstte veel hilariteit. Zijn broer werkt met een etnisch divers team: Hindoestanen, Surinamers, Indiërs, mensen uit Puerto Rico – allerlei mensen met kleuren van de (bruinere kant van de) regenboog. “Hoe is dat nou, om met al die verschillende rassen te werken?”, had Sid hem gevraagd. “Ontzettend leuk, we zijn heel eensgezind: iedereen stemt PVV”. Vrolijk gegrinnik en gelach — de door de omgeving van Esther van Rijswijk gevreesde boze rechtse sfeertjes waren ver te zoeken.

Volgens Sid moeten we toe naar een “realistisch humanisme”. De grote crisis in Europa zal een strijd tussen islam en nationaal-conservatisme zijn. De EU en progressieven staan in dezen aan de kant van islam, of ze daar nu bewust voor kiezen of niet.

Hij vergeleek de Europeaan van nu met een auto die op de snelweg rijdt, maar waarvan het stuur steeds minder effect heeft op de rijrichting. Zolang de automobilist op de snelweg blijft, is er niets aan de hand — gewoon recht zo die gaat. Maar een afslag nemen zit er na verloop van tijd niet meer in.

Dus: er moet een beroepsklasse van vrijdenkers ontstaan, die hun wagen op de vluchtstrook parkeren, uitstappen en door de berm verder gaan lopen. Voorbijrazende automobilisten (die geen enkele afslag meer kunnen nemen omdat de bewegingsvrijheid van hun stuur steeds minder is geworden en dus gedoemd zijn eindeloos in dezelfde richting te rijden) zullen deze rogues met een mengeling van verbazing, afschuw, ontzag, jaloezie en bewondering voorbij rijden.

Hij trok in een antwoord op een reactie uit de zaal (“er komt iets nieuws, maar dat is juist goed — Uber, startups, airbnb”) van leer tegen ontwortelde kosmopolieten, die helemaal niet zien wat dergelijke vooruitgang doet met taxichauffeurs, hotels, jeugdherbergen en allerlei andere gewortelde beroepen die door hun opkomst uitsterven. Want Uber-chauffeurs zullen netto geen winst maken en alleen maar hun auto’s oprijden.

“Eén Lukkassen-citaat sprong er in het bijzonder uit. Iemand uit het publiek sprak van het belang van het verdedigen van hen die zich niet zelf kunnen verdedigen. Hierop reageerde Sid met de volzin: “Dit zijn de mensen die wel als eerste wegrennen als de shit de fan hit. Ik zou nooit weglopen van een straatgevecht als ik iemand kan verdedigen.” De zaal kon het waarderen.

Hierna werd een korte bierpauze ingelast, die nogal uitliep en uiteindelijk slechts beëindigd kon worden door uitgever Tom Zwitser te vragen zijn boekentafel te sluiten. De gretigheid van het publiek om zijn fascistische, extreem-rechtse, reactionaire, racistische schrijfsels aan te schaffen liet geen andere keuze.

Na de pauze nam psychiater Esther van Fenema het woord, en citeerde ruimschoots uit eigen werk, dat gelukkig van hoge kwaliteit is (hoe kan het ook anders bij haar). De zaal werd er ietwat onrustig van, maar bleef bedachtzaam. Desondanks voelde het echter enigszins ingestudeerd aan, wat niet erg vreemd is als het gaat om een voordracht. De sprekers hadden hun verhaal op papier gezet, maar bij Van Fenema was dat het meest merkbaar.

Dat betekent overigens geenszins dat ze geen goed verhaal vertelde. Het niveau van de rest van het gezelschap lag echter iets hoger. Ook Sid Lukkassen leest voor wat hij eerder heeft geschreven, maar bij hem spatte er deze avond wat meer leven vanaf. Veelzeggend citaat: “Mannen polderen met hun vrouwen over seks en afwas en verheugen zich op Oerol…” Esther 1 – wereld 0. Van Fenema gaf ook een bijzonder prikkelende definitie van beschaving:

‘het vermogen om je aan te kunnen passen aan de realiteit’.

Het persoonlijk falen dat bij het bestaan hoort is misschien zelfs datgene wat het bestaan ten diepste kenmerkt. Zonder religie en hiërarchie wordt het ieders eigen schuld. Hierin klonk een wrange, houellebecqiaanse droefenis door. Haar verhaal gaf veel te denken maar stemde niet erg hoopvol.

Als laatste besteeg Paul Cliteur het spreekgestoelte. Deels had hij zijn verhaal geschreven terwijl hij naar de andere sprekers luisterde. Een bijzonder oprechte en integere poging om echt met de andere panelleden in gesprek te gaan door geen op voorhand geschreven tekst voor te lezen, of een typisch gevalletje onvoorbereid zijn en je er doorheen bluffen? We zullen het wel nooit weten. Vraag het hem zelf als u hem ziet.

Cliteur – goedgemutst als altijd – gebruikte de volledige tien minuten om ongegeneerd reclame te maken voor zijn drie nieuwste boeken (binnenkort verkrijgbaar bij de betere boekhandel). Deze drie waren (hoogst toevallig) ook de drie thema’s waarover hij sprak in de context van de mogelijk aanstaande ondergang van onze beschaving: theo-terrorisme (beschreven in In Naam van God), de dood van vrije meningsuiting (De Moord op Spinoza) en cultuurmarxisme (in de ophanden zijnde bundel Cultuurmarxisme). Deze drie thema’s hangen volgens hem nauw met elkaar samen. Kort gezegd: theoterrorisme wordt in de hand gewerkt door cultuurmarxisme, dat als belangrijk wapen heeft het inperken en uit de mode brengen van vrije meningsuiting, belediging, spot, hoon, satire en vredige meningsverschillen. Het ondermijnt geloof en vertrouwen in de eigen cultuur en duwt die richting de ondergang.

Cliteur zag uiteindelijk als mogelijkheid tot het afwenden van deze catastrofale ondergang van onze beschaving in ‘cultureel contra-theoterrorisme’, een concept waarvoor hij, zo gaf hij ruiterlijk toe, wellicht nog een wat beknoptere naam voor moest bedenken.

Er werden wat vragen gesteld en er ontstond discussie tussen het panel en de zaal. Opmerkelijk was hoe ontspannen en gemoedelijk de sfeer bleef, terwijl het onderwerp zo droevig kan stemmen. Een zeer interessante bijdrage was van Sujet Hashemi Shams; een dame uit het publiek. Zij heeft zelf een migratieachtergrond – ze komt uit Afghanistan – en haar docenten aan de UvA ontwijken bij voortduur alle begrip voor islam. Ze voelen zich geroepen om juist haar de les te lezen over theocratie en de rol van islam in repressie en mensenrechtenschendingen. Zij snapt de fijne nuances en socioculturele factoren natuurlijk gewoon niet zo goed als een overbetaalde UvA-docent met een soft spot voor Marx, Mao en Mohammed.

Paul Cliteur koos dit moment om even van het podium af te dalen en zich onder de sterfelijken te mengen. Een korte gedachtewisseling (waarbij Esther van Rijswijk de microfoon stevig in eigen hand hield) hierover tussen Cliteur en Hashemi volgde.
Cliteur sprak zijn hoop en vertrouwen uit dat juist mensen met een migratieachtergrond – die weten wat onvrijheid is – een belangrijke rol zullen spelen in deze voortgaande discussie. Goddank (of misschien moeten we die nou maar eens niet bedanken) eindigde de avond daardoor niet in mineur.

Maar wel met een lange stilte als slotakkoord. Moderator Esther van Rijswijk vroeg tot slot aan aan de zaal of iemand wilde vertellen wat hij of zij geleerd of meegenomen had van de avond. Maar het bleef stil.

Misschien was er wel zo veel gezegd dat iedereen zich het even op zich moest laten inwerken.


Bekijk ook het gesprek tussen Paul Cliteur en Sid Lukkassen dat dit weekend door Veren of Lood wordt gepubliceerd.

3 reacties

  1. hendrikush schreef:

    Een mooi verslag Jesper!

  2. Annemie schreef:

    Er werd dus veel gesproken. Heel interessante sprekers. Maar wat gebeurt er daarna? Iedereen gaat naar huis, denkt er het zijne van en er wordt vervolgens niets gedaan om de wal het schip te laten keren. Dat wil zeggen, minder nacht overhevelen naar de islambelijders. Minder hun zin geven. Meer aandacht door de regering voor de eigen burgers. Dat zijn maar een paar zaken.

  3. Cool Pete schreef:

    Mooi verslag van een belangrijke debat-avond.
    Met zeer interessante sprekers.

    Het grote probleem is, dat de Nederlandse bevolking WAKKER moet worden.
    Maar alles wat “links” is : media. onderwijs, instituties, overheid, enz
    houdt dat tegen …………………………………………………………………………………………
    Het is een dictatuur, die voorkomt dat wij mensen zelf mogen nadenken ………………..