DE WERELD NU

De bedrijfscultuur bij de politie

Marcel van Dam is de zoon van een politieman. Maar het was wel een bijzondere politieman die vader, want hij stond in de oorlog aan de goede kant en zo waren er niet veel.

Marcel heeft daar een paar keer melding van gemaakt in zijn columns maar er bij mijn weten nooit een coherent verhaal over gepubliceerd. Dat moest hij toch eens doen, vind ik. Het zou ons relevante informatie kunnen geven over de Nederlandse politie in oorlogstijd en erna. Onze politie was overwegend fout in de oorlog. Lees het fraaie boek van Lisette Lewin eens, waarin dit zijdelings ter sprake komt. Voor bijna alles bang geweest, heet het en ik beveel het aan.

We hebben de laatste jaren nogal wat discussie gehad over de reorganisatie van de politie. Wel regionaal of niet regionaal, wel een dubbele aansturing via burgemeester en OM of niet, maar in feite zijn dat niet de belangrijke issues.

Wat belangrijk is, is dat in Nederland in vergelijk met buurland Duitsland maar een gering deel van de onderzochte delicten tot een oplossing wordt gebracht, dat naggen[1] hier een nationale ziekte is bij de politie; dat een ongehoord groot deel van de sterkte zich met administratieve taken bezig houdt in een tijd dat computers de administratie juist gemakkelijker zouden moeten maken. Dat we daarom meer politiemensen per hoofd van de bevolking hebben dan de ons omringende landen, dat die per man/vrouw minder presteren en niet zo’n klein beetje minder ook. Verder lijkt er geen buurland te zijn waar de relaties tussen de hogere politieofficieren en het voetvolk zo slecht is als in Nederland. Dat lijkt de reden te zijn dat er zo grondig gereorganiseerd wordt bij de Nederlandse politie en dat we nu sinds kort de zoveelste hoogste baas hebben bij het korps.

Als advocaat kwam ik nog wel eens op een politiebureau en ik heb er politiemannen en -vrouwen mensen zien opvangen die in de moeilijkheden zaten, op een manier waar ik mijn petje voor af nam. Ze maken natuurlijk veel mee daar. De goeden zijn meteen ook vaak heel goed. Maar er zijn er aan de andere kant te veel niet goed. Dat komt onder meer omdat de organisatie er niet op gericht is het kaf van het koren te scheiden. Wel in formele zin. Je komt niet meer bij de politie als je een strafregister hebt omdat je als jochie bent gaan joyriden met de auto van de buurman. Maar de personeelsfunctionarissen worden er niet op uitgezocht om alleen mensen aan te nemen die intrinsiek deugen. Toch is dat een eerste vereiste voor een politieman m/v, zou je zeggen.

De wetgever heeft het de politie ook niet erg gemakkelijk gemaakt. De strafwet beschermt de burger tegen onrechtmatig gedrag van de overheid en in de praktijk betekent dat veel hinderpalen voor de politie, waar men daar niet altijd de zin van inziet. De politie ontwijkt dat soort belemmeringen waar mogelijk. Er worden, zoals steeds opnieuw blijkt, mensen bekentenissen afgedwongen. Ontlastend bewijs wordt uit de dossiers weghouden; er wordt gelogen in processen verbaal en op de zitting, het is denk ik allemaal een gevolg van een foute bedrijfscultuur en van een tekort schietend selectiesysteem.

Ook is ons strafrechtsysteem niet gericht op bestrijding van de criminaliteit, terwijl de politie dat wel is. De strafwet kent het begrip crimineel helemaal niet en bekommert zich om abstracte delictsomschrijvingen, waar een gewone politieman meestal niets mee kan. Omdat hij het eigenlijk niet begrijpt zie je vaak dat het materiaal dat hij relevant vindt en dat in wezen ook relevant is voor het werk dat hij doet, door de officier terzijde wordt gelegd.

Het wordt hoog tijd dat het strafrecht wordt aangepast aan de realiteit en dat de mensen die er zich mee bezig houden zo worden opgeleid dat ze weer begrijpen wat ze doen. Zoals het nu gaat demoraliseert het systeem onze politiemensen en dat bevordert de criminaliteit in het land en in het korps. We denken misschien dat die mijnheer uit Weert die de inhoud van politie dossiers verkocht aan criminelen uniek was, maar helaas, dat is hij niet. Hoe we ooit van een mentaliteit af moeten komen waarin zulke figuren kunnen floreren is geen gemakkelijk te beantwoorden vraag. Een bestaande bedrijfscultuur veranderen blijkt in de praktijk meestal erg lastig te zijn en het lukt maar zelden helemaal.

Waarschijnlijk zou het ‘t beste zijn om het korps zoals dat nu bestaat te laten voor wat het is en een heel nieuw apparaat op te zetten met een nieuwe bedrijfscultuur, met een eigen en betere opleiding dan de bestaande. Dat nieuwe korps zou wat zijn bedrijfscultuur betreft misschien kunnen aanleunen tegen een buitenlandse organisatie die met het oog daarop is uitgezocht. Het zou dan taken van de oude politie moeten overnemen naarmate het groeide en meer aan zou kunnen. Om te beginnen bijvoorbeeld zou het zich met de zware misdaad bezig kunnen houden en er een afdeling op nahouden die de wetgever van aanbevelingen voorziet voor het aanpassen van de wetboeken van strafrecht en strafvordering. Dat zou, denk ik, een goede start zijn. Als dat onderdeel eenmaal goed loopt kunnen we dan wel weer verder zien.

________________________________________
[1] N.A.G. is norm afwijkend gedrag en onder naggen valt bijvoorbeeld het jatten van in beslag genomen voorwerpen
________________________________________

Dit artikel verscheen eerder op het Blog van Toon Kasdorp