DE WERELD NU

Belastingontwijking, belastingontduiking en Nederland

belastingontwijking

Een artikel over belastingontwijking en belastingontduiking in Nederland zou als het goed is alleen voor mensen die de materie niet kennen nodig kunnen zijn. Maar getuige de instelling van de semi-enquête door de Tweede Kamer die onlangs haar verhoren af sloot is ook het bijspijkeren van de betrokken politici hoogst noodzakelijk.

Ik schreef er een week of drie terug al over, maar ik heb sindsdien het gevoel gekregen dat de basis onder het probleem niet wordt onderkend. Dat probleem is primair de eigenwijsheid van Nederland, maar dat is nu eenmaal inherent aan de laatste plek waar politici altijd kijken bij het benoemen en oplossen van problemen: de spiegel.

Belastingontwijking
Belastingontwijking is een beschuldigend ander woord voor belastingplanning. Mensen die via constructies hun belastingafdracht minimaliseren worden door progressieve politici veracht omdat ze hun ‘gerechte aandeel’ niet afdragen. Maar hoe hoog dat gerechte aandeel is bepalen zij zelf, zodat het er op neerkomt dat dit eenvoudig gejammer is dat mensen niet betalen willen wat politici zeggen dat er betaald zou moeten worden. Heel anti-nivellerend, en dat is kenmerkend voor slechte mensen. Vindt men.

Dat maakt de strijd tegen belastingontwijking – in Nederland overigens wettelijk gewoon toegestaan – tot een ideologisch gevecht. Ontwijking die niet is toegestaan heet ontduiking, en is strafbaar. Daarnaar hoeft geen enquête-onderzoek (waaraan de VVD overigens terecht niet mee deed) plaats te vinden, dat doet de belastingdienst zelf wel.

Inconsequent
Die ideologische strijd zou nog tot daar aan toe zijn – want dat is ook politiek – als men tenminste de consequenties van deze ideologische gedachten zou willen nemen. Wat die zijn, daarvoor moet ik u eerst uitleggen hoe het werkt en waarop het gros van de ontwijkingsmogelijkheden gebaseerd is.De wereld van de belastingplanning is die van internationale belastingverdragen. Het basisprincipe daaronder is dat men in een land niet belast kan worden voor iets dat in een ander land al eerder belast werd. Als Unilever in Brazilië belasting betaalde, is het bedrijf daarover in Nederland niet dezelfde belasting verschuldigd. De werkelijkheid is een stuk complexer, maar dat verandert aan het principe niets. Nu zijn er twee stilzwijgende aannames onder al die verdragen die problemen geven. Als ze zouden kloppen zou het probleem namelijk niet meer bestaan.

  1. Dat alle belastingtarieven wereldwijd even hoog zijn
  2. Dat overal ter wereld dezelfde zaken op dezelfde manier belast worden

Die laatste valt dan nog uiteen in twee varianten: dezelfde zaken, en dezelfde manier. Maar dat verschil is voor mijn verhaal verder niet zo relevant.

Dat het eerste niet zo is weten we: daarover wordt nu de meeste heisa gemaakt, aanbiedingen aan bedrijven in andere landen om toch vooral het hoofdkantoor in Nederland te vestigen vanwege de lagere tarieven, etc. Zelfs de verschillende lokale belastingen worden soms ingezet om het verschil te maken. Maar dit is allemaal maar een klein deel van het verhaal.

Royalties
Het tweede punt is belangrijker, en daarmee raken we het hart van de reden dat Nederland een belastingparadijs is. Onze belastingwetgeving wijkt op een aantal punten namelijk aanzienlijk af van wat in het buitenland als gebruikelijk wordt ervaren. Zo worden royalties van intellectueel eigendom zoals popliedjes in Nederland anders behandeld dan elders in de wereld. Het is dan ook geen wonder dat veel grote popbands een zakelijke vertegenwoordiging in Nederland vestigden. De stroom internationale royalties loopt daardoor via Nederland. Al minstens sinds de jaren zeventig.

Het is het bekendste maar zeker niet het enige punt waarop Nederland van de internationale financiële wetgeving afwijkt. En wat nu cruciaal is bij belastingplanning, is dat de verschillen in wetgeving tussen landen door belastingplanners worden geëxploiteerd. Sommige landen kun je beter regelen in land A, terwijl andere belastingen beter in land B kunnen worden afgerekend. Uiteindelijk stromen de saldi verder belastingvrij door naar de zetel van het hoofdkantoor van het bedrijf dat die belastingplanning liet componeren. Over hoofdkantoren in Nederland valt ook een hoop te zeggen, maar ook daarvoor geldt, dat we dat zien als strategisch wijze om geld te verdienen dat daardoor elders niet behoeft te worden afgerekend. Dat de enquête die hoofdkantoren dan ook nadrukkelijk buiten beschouwing liet toont eens te meer de hypocrisie van het verhaal van Nijboer cs.

De oplossing van de problemen die de Nederlandse Kamercommissie zou moeten aanvatten is daarom niet ingewikkeld, doch wel degelijk onwerkbaar: het vereist het op de schop nemen van het gehele Nederlandse belastingregime voor bedrijven. Dat dat niet ter discussie komen zal bewijst dat het hen niet gaat om ‘eerlijker’, of ‘beter’, of ‘overzichtelijker’, maar gewoon om te voorkomen dat de kleine ondernemer wakker wordt en ook aan internationale belastingplanning gaat doen. Want dat is vrij goedkoop en niets houdt hem welbeschouwd tegen.

Van Amelsvoort
Om te voorkomen dat Nederland een hele trits belastingverdragen met andere landen zou moeten gaan aanpassen of opzeggen, heeft men nu gekozen voor de vlucht naar voren door met deze enquête mogelijke belangstellenden angst aan te jagen. Ook dat is niets nieuws. Rond 1980 verbood de toenmalige staatssecretaris Van Amelsvoort (Financiën, CDA) Nederlandse ondernemers het gebruik van een belastingzone die door de EU in Ierland was gecreëerd, en liet dreigen met draconische boetes.

Wettelijk had men geen poot om op te staan, maar heel ondernemend Nederland besefte dat eer men was uitgeprocedeerd er ten minste twintig jaar zou zijn verstreken. De Belastingdienst zou conservatoir beslag hebben gelegd of alvast de boetes hebben geïnd, zodat je wettelijke recht halen niet alleen duur zou zijn, maar ook onwerkbare situaties opleveren. Vanuit Nederland werd er voor zover bekend dan ook geen gebruik gemaakt van die EU-constructie – hetgeen precies de bedoeling van de aanpak-Van Amelsvoort was geweest.

Vermoedelijk is – gezien de instelling van deze semi-enquête – angst aanjagen nog steeds een goedkopere en werkbaarder aanpak dan belastingontwijking verbieden. Over het morele gehalte van politici die zich hiertoe verlagen hebben we het verder maar niet. Dat vechten ze maar uit met hun badkamerspiegel.