DE WERELD NU

Barbertje blijft immer Barbertje

hoe een parlement de democratie af schaft

Barbertje moet hangen is een bekend gezegde. Grappig genoeg is het in oorsprong ook niet Barbertje dat hangen moet, maar het is zo blijven hangen omdat het beter klinkt dan Lothario moet hangen.

Hieronder het bronstuk van Multatuli, dat door z’n beknoptheid hier simpel volledig weer te geven valt.

GERECHTSDIENAAR. Mynheer de rechter, daar is de man die Barbertje vermoord heeft.
RECHTER. Die man moet hangen. Hoe heeft hij dat aangelegd?
GERECHTSDIENAAR. Hy heeft haar in kleine stukjes gesneden, en ingezouten.
RECHTER. Daaraan heeft hy zeer verkeerd gedaan. Hymoet hangen.
LOTHARIO. Rechter, ik heb Barbertje niet vermoord! Ik heb haar gevoed en gekleed en verzorgd. Er zijn getuigen die verklaren zullen dat ik ’n goed mens ben, en geen moordenaar.
RECHTER. Man, ge moet hangen! Ge verzwaart uw misdaad door eigenwaan. Het past niet aan iemand die … van iets beschuldigd is, zich voor ’n goed mens te houden.
LOTHARIO. Maar, rechter, er zijn getuigen die het zullen bevestigen. En daar ik nu beschuldigd ben van moord …
RECHTER. Ge moet hangen! Ge hebt Barbertje stukgesneden, ingezouten, en zyt ingenomen met uzelf… drie kapitale delicten! Wie zyt ge, vrouwtje?
VROUWTJE. Ik ben Barbertje.
LOTHARIO. Goddank! Rechter, ge ziet dat ik haar niet vermoord heb!
RECHTER. Hm … ja … zo! Maar het inzouten?
BARBERTJE. Nee, rechter, hij heeft me niet ingezouten. Hij heeft my integendeel veel goeds gedaan. Hy is ’n edel mens!
LOTHARIO. Ge hoort het, rechter, ze zegt dat ik ’n goed mens ben.
RECHTER. Hm … het derde punt blyft dus bestaan. Gerechtsdienaar, voer die man weg, hij moet hangen. Hy is schuldig aan eigenwaan. Griffier, citeer in de premissen de jurisprudentie van Lessings patriarch.

———————————-

Tot zover dit stukje Multatuli. Alhoewel het een kort stukje betreft, is voor wie het leest kristalhelder hoe een vooroordeel in een oordeel binnensluipt, en uiteindelijk als enige argument voor dat oordeel overblijven kan. Ook als alle oorspronkelijke aantijgingen zijn weerlegd en afgedaan als misvattingen, fouten en zo U wilt: laster. Bekijk het nauwkeurig, raadpleeg uw geheugen, dan stappen we daarna door naar mijn eigenlijk betoog hieronder.

Wat was ooit het eerste beeld van wat Geert Wilders bewoog toen hij uit de VVD trad? Hij wenste zich niet te encanailleren met mensen die voorstander waren van het binnenhalen van Turkije in de EU, waarbij zijn argument was dat een islamitische staat daarvoor een ongeschikte kandidaat was.

Dat was in een tijd van het toen wijdverbreide misverstand dat kritiek op de islam een vorm van racisme was. Het verwijt van racisme werd daardoor een leidend bezwaar tegen de PVV, zeker toen zij electoraal erg succesvol bleek. Zoals iedereen denkt te weten is racisme een typisch rechts probleem, en dat maakte het eenvoudig om een succesvolle partij die de islam wenste te bestrijden te verbinden aan het nazisme van Hitler. Met alle onsmakelijke suggesties die die verbinding met zich mee bracht. Wat bovendien heftig werd bekritiseerd, was de scherpe toon waarop Wilders en zijn politieke medestanders hun standpunten aan de man brachten. Ook dit leende zich voor vergelijkingen met de jaren dertig, een gelegenheid die men zich niet liet afnemen. Speciaal in de media, van oudsher sterk verbonden met het progressieve gedachtegoed, was de hysterie enorm.

Tien jaar later blijkt dat er van het oorspronkelijke verwijt aan Wilders c.s niet alleen niets over is gebleven, maar bovendien dat de problemen met de islam ten minste zo ernstig zijn als in den beginne door hen werd gesteld. Maar in het bezwaar tegen de toon die Wilders en de PVV aanslaan, is intussen ook nog een stevige portie kinnesinne geslopen. Toen Wilders zich afscheidde, stond de PvdA in de peilingen op circa 60 zetels, en Geert Wilders op nul. Nu staat de PvdA op 9 zetels, en Geert Wilders op 41.

Dat doet pijn, en daarom is de enige resterende reden waarom media de verkettering van de PVV nog in stand kan houden de toon van het debat. Want Barbertje moet en zal hangen, omdat Barbertje een te grote bedreiging is voor een partij, die niet langer een middel is maar een instituut, een doel op zich. De PVV bedreigt de orde zoals de media die graag zien, en waarvan journalisten gewend zijn te vinden dat het zo moet zijn.

Nu de inhoudelijke bezwaren tegen het islamstandpunt van de PVV proefondervindelijk van tafel zijn geveegd, resteert niets anders dan verdachtmakingen op basis van de toon – en de ingesleten gewoonte dat de PVV wel fout móet zijn, aangezien men zich zelf lang geleden al heeft wijsgemaakt dat dat zo ìs. Dat de PVV ook nog het electoraat heeft bemachtigd dat de PvdA als van haarzelf beschouwde, voegde aan de pijn van het ongelijk ook nog de belediging van openbare desertie van het electoraat toe.

Wat ik over de weerzin van andere partijen en niet-linkse journalisten tegen de PVV nog kan zeggen is wat betreft het politieke debat en de verslaggeving daarover slechts een extra’tje. De basis van alle hysterie omtrent de PVV is de implosie van volkspartij PvdA die door haar trouwste dienaren – de VARA alsook journalisten in het algemeen – maar niet kan worden geaccepteerd. Wie opgevoed is met de gedachte van het eigen schitterende gelijk, blijkt het enorm moeilijk te vinden te erkennen dat die schittering het eigen denkvermogen heeft verblind. En zoals de meeste sprookjes ons onbarmhartig duidelijk maken – het herstel van het eigen vermogen tot objectiviteit vergt zware offers waartoe maar weinigen bereid zijn, en gelukkig voor hen worden ze er door de omstandigheden ook vrijwel nooit toe gedwongen.

Maar omdat Barbertje Barbertje blijft, moet zij dus hangen. Wat zij ook zegt, welke toon zij ook aan slaat.