DE WERELD NU

Atheïsten

Atheïsten

Atheïsten zijn ruwweg in drie categorieën te verdelen.

Er zijn er die menen dat de wereld zoveel ellende te zien geeft dat die niet in overeenstemming te brengen is met een almachtige en barmhartige God. Dat is een theologisch en een moreel argument.

Er zijn er ook die menen dat er vanaf de oerknal blijkbaar geen God meer nodig is als verklaring voor het bestaan van de mens en de wereld, terwijl het aanwijzen van God als verklaring voor de oerknal de vraag opwerpt naar het ontstaan van God. Dat brengt je in een eindeloze regressie. Dat is een filosofisch argument.

Tenslotte is er de categorie die het allemaal niets kan schelen, niet met God is opgevoed en er ook geen behoefte aan heeft en er daarom nee tegen zegt. Dat is een sociaal argument.

Het laatste argument is eigenlijk het sterkste want het raakt de kern van het godsgeloof: niet de vraag waarom de godheid er niet zou zijn, maar de omgekeerde vraag, waarom wel. Die vraagt om beantwoording en het antwoord dat je krijgt is sociaal of sociologisch. Mensen die vanwege dit argument atheïst zijn zou men eigenlijk beter agnost kunnen noemen. Die wensen zich pas met het bestaan van een godheid bezig te houden als hun kan worden aangetoond dat die vraag relevant zou kunnen zijn.

God was ooit een reden om in een chaotische samenleving orde te scheppen en om vrede te sluiten in een wereld vol civiel geweld. We leven nu in een samenleving waarin God in hoofdzaak aanleiding is tot twist tussen vijandige religies. Een godheid in wiens naam vrede wordt gesloten hebben we sinds de middeleeuwen eigenlijk niet meer meegemaakt.

De Europese middeleeuwen begonnen allesbehalve christelijk. Zelfs de bekering van de heidenen, de grote meerderheid van de bevolking buiten het oude Romeinse gebied, ging met heel onchristelijke veroveringsoorlogen gepaard. Geweld en niet de naastenliefde bepaalde het maatschappelijke klimaat, ongeveer zoals dat nu nog toe gaat in grote delen van Afrika. De tijd van de Noormannen en de roofridders was christelijk in naam maar niet in de praktijk. De kerk deed wel haar best de samenleving te kerstenen, maar eigenlijk waren alleen de kloosters plaatsen waar het christelijk leven serieus werd beoefend. De voorbeeldwerking van de kloosters en het waarachtige christelijke geloof van Karel de Grote en een aantal van zijn opvolgers bracht een proces op gang waardoor de oude heidense gebruiken en opvattingen steeds meer naar de achtergrond werden geschoven.

Belangrijk element daarin was de door de Kerk geproclameerde Godsvrede, die van tijd tot tijd alle lopende gewapende conflicten voor een beperkte tijd opschortte. De Godsvrede deed de mensen wennen aan het idee dat het ook zonder geweld en oorlog kon. Maar de belangrijkste ommekeer brachten de kruistochten.

Tegenwoordig staan de kruistochten in een slechte roep, omdat het de oorlog met al zijn bijbehorende verschrikkingen naar de ketters of de heidenen bracht en dat nog wel uit naam van een vreedzaam geloof. De reden waarom dat gebeurde spreekt tegenwoordig niemand meer aan, maar de vrede die de kruistochten in Europa brachten was heel reëel. Dat kwam door de Godsvrede die voor de duur van de kruistocht werd uitgeroepen, maar er waren nog ander gevolgen die een meer duurzame uitwerking hadden.

De ineenstorting van het Romeinse rijk had in heel West Europa een achteruitgang van het beschavingsniveau laten zien, die iedere generatie een stap verder ging en de stappen leken bovendien te groeien. Door het fenomeen van Karel de Grote leek die trend even te worden teruggedraaid en ook het werk van de kloosterlingen hield de hoop op beter nog wel levend, maar tot de elfde eeuw toe was het toch meer achteruitgang dan progressie. Het algemene geweldsniveau lag zo hoog dat de bevolking zich verzamelde bij de meest succesvolle geweldpleger uit de buurt om bij hem bescherming te zoeken tegen de aanvallen van anderen.

Zo ontstonden de ridders, die in de loop van de tijd in hun eigen onmiddellijke omgeving het geweld monopoliseerden. Effectieve geweldpleging vereiste een kostbare wapenrusting en een langdurige opleiding. Wapengebruik werd een vaardigheid die door de adel kon worden gemonopoliseerd. De ridderschap werd een aparte stand of kaste, die de rest van de bevolking onder de duim kon houden. In de minder beschaafde delen van de wereld, zoals Afghanistan en Somalië noemt men dit soort lieden tegenwoordig clanhoofden of warlords, maar in de vroege Middeleeuwen waren zij de ridderstand van West Europa.

Had zo’n ridder meer dan één zoon, dan ontstond een probleem. Er was er maar één die het kasteel en de lokale machtspositie kon erven. De anderen moesten of hun heil zoeken in een klooster, waar ze eigenlijk niet voor waren opgeleid en vaak ook weinig zin in hadden, of ze werden roofridder, zeg maar roverhoofdman. Dat waren de mogelijkheden in de eigen omgeving en anders moesten ze hun emplooi elders zoeken.

De kruistochten waren een uitkomst. Voor hele generatie ridders verschaften ze het soort werk waarvoor ze waren opgeleid en waar ze goed in waren en het ging niet meer ten laste van de eigen omgeving. Die profiteerde door de Godsvrede enorm.[1]

De kruistochten losten in een klap een aantal problemen op en als extra bonus kwamen de enkele ridders die het overleefden thuis met contacten in het Oosten, met een surplus aan beschaving en met technische kennis waar in Europa emplooi voor was.

De romantische schrijvers uit de negentiende eeuw en eerder al in de veertiende en vijftiende eeuw hebben altijd sterk de nadruk gelegd op de kruistochten naar het Heilige Land, naar Palestina. Die waren spectaculair door de grote logistieke problemen, door het heilige doel en het kortstondige succes. Maar veel permanenter en effectiever zijn de kruistochten geweest in Spanje en in het gebied van de Duitse ridders in Oost-Europa. Die hebben eeuwen geduurd en boden een min of meer permanente outlet voor de overtollige energie en voor de gewelddadigheid die van oorsprong de binnenlandse adel kenmerkte in Europa.

Zo kan toch een periode in onze geschiedenis worden aangewezen, waarin het geloof in God tot werkelijke bevordering van de vrede heeft geleid, de interne vrede in Europa tenminste[1]. Alleen gebeurde het op een manier die nooit de bedoeling kan zijn geweest van de stichter van dat geloof.

Voor de vrede tussen christenen en mensen met een ander geloof heeft de religie, vrees ik, nooit veel positieve resultaten opgeleverd. De wereldvrede is pas dichterbij gekomen door het kosmopolitisme van de Verlichting. Het begrip ongelovige of heiden maakte plaats voor medemens en voor het eerst profiteerden ook de niet-christenen van de door Christus gepreekte naastenliefde. De Verlichting, met wetenschap en humanisme in haar kielzog, heeft voor het eerst een christelijke opdracht uitgevoerd waar de christenen zelf altijd in te kort waren geschoten: het brengen van vrede en welvaart in andere delen van de wereld. De door Paulus gepreekte redding van alle niet-besnedenen is niet uit het Pauliaanse christendom gekomen, maar uit de atheïstische moderne wereld. In elk geval is het aantal mensen nu zeven miljard, terwijl het er in alle eeuwen van het christendom nooit meer dan een paar honderd miljoenen zijn geweest.


  1. Als men vrede afmeet aan het percentage door geweld omgekomen mensen dan is de interne vrede die in Europa het onderlinge geweld beperkte en die het onbedoelde gevolg was van de kruistochten een veel belangrijker fenomeen dan het geweld tegen Islamieten en andere niet-Christenen. Alleen al door de al eerder vermelde logistieke problemen was geweld op afstand in de Middeleeuwen een gebeuren met een tamelijk beperkte reikwijdte. De propaganda voor de kruistochten heeft zijn weerslag gevonden in de geschiedenisboeken en het militaire belang buiten iedere proportie opgeblazen.

Dit essay verscheen eerder op het Blog van Toon Kasdorp

5 reacties

  1. Dick H. Ahles schreef:

    Leerzaam essay! Weer wat om over na te denken. Dank

  2. nemtudom schreef:

    Welk geloof ook, het is gebaseerd op narcisme. Heel de wereld krioelt van het leven, alleen de mens is uitverkoren. Terwijl het ook maar een dier is. Zijn zelfingenomen waan dat hij meer is dan een varken of mier door het denkvermogen van hem, verdwijnt als ook bij hem het licht uitgaat.

  3. LT schreef:

    Bedankt voor dit artikel Toon Kasdorp. Toeval en survival of the fittest e.d. hebben hun rol, maar als voldoende verklaring? En in de uitvouw van de natuurlijke ontwikkeling zal een hoogintelligente schepper niet stilletjes mede een rol hebben?

    De verlichting bracht onze beschaving upgrading van de voorheen onderdanige en horige massa’s, gecontroleerd en gemanipuleerd ten behoeve van kollektieve groepsbelangen. De individuele belangen speelden voorheen nooit een belangrijke rol. Met de verlichting ging het westen voorbij aan veel praktijken, die thans in verre moslimlanden nog normaal zijn. Met die moslimlanden willen we niet ruilen.

    Tegenwoordig zie ik echter het omgekeerde van de verlichting; de verduistering. De linkse kerk heeft zich hierbij vooralsnog ten dienste gesteld aan de belangen van een (kortzichtige) liberale elite. Hoe het ook verder verloopt, het lijkt erop dat we op weg zijn naar de herinvoer van de volledige controle, manipulatie en onderdanig-/horigheid van de massa’s.

  4. Ik geloof niet dat ik me herken in de gegeven argumenten om niet in God te geloven. In ieder geval zijn de drie hier gegeven argumenten precies de argumenten die vaak worden gegeven om wel in God te geloven:
    a) Zonder God heeft niets wat gebeurt een reden, zodat als het leven tegenzit juist het geloof in God het lijden betekenisvol maakt en verzacht (‘God heeft een reden voor dit lijden, ook al begrijpen wij die niet’);
    b) God is zo ongeveer bedacht om een einde te maken aan de regressus ad infinitum die ontstaat doordat je altijd naar de oorzaak van elke oorzaak kunt vragen: alleen de hypothese van een eeuwig en dus onveroorzaakt wezen als oorzaak van alles (c.q. als oorzaak van de eventueel oneindige keten van oorzaken) kan die vraag stoppen;
    c) alle culturen hebben altijd in een of andere god geloofd zodat sociologisch/antropologisch het geloof in God juist de menselijke default-positie is en het Westers-moderne atheïsme een curieuze en unieke noviteit is die moet worden verklaard.

    Religie brengt van oudsher vrede doordat het het inherente geweld in menselijke maatschappijen kanaliseert en uiteindelijk symboliseert in rituelen: het geeft bv. taboes, offers en verboden om zo grootschalige conflicten te voorkomen.

  5. Floris schreef:

    Mijn voornaamste argument is dat het simpelweg zeer onwaarschijnlijk is dat de bijbel tot de non-fictie mag worden gerekend. En veel waarschijnlijker dat mensen dit bedacht hebben bij gebrek aan antwoorden op vragen die ze bezig hielden. Die onwaarschijnlijkheid maak ik op uit het totale gebrek aan bewijs en het magische karakter van veel gebeurtenissen in de bijbel. Zelfs Harry Potter bevat nog meer realisme.

    De onwaarschijnlijkheid is dermate groot dat ik me geen agnost wil noemen. Tsja, er bestaat ook een zeer minieme kans dat er een theepot in een baan rondom Mars zweeft. Er is geen bewijs dat dit niet zo is. Maar ik gok er dus op dat dat toch niet zo is. Ik sluit me dus aan bij het filosofische argument van Bertrand Russel.