DE WERELD NU

De premiers van Nederland

Ministeriële verantwoordelijkheid, Corona-demonstratie

Abraham Kuyper, Pieter Cort van der Linden, Hendrik Colijn, Louis Beel, Willem Drees, Jan de Quay, Piet de Jong, Joop den Uyl, Ruud Lubbers, Jan Peter Balkenende en Mark Rutte. Wie is de beste van het stel?

Een van mijn lezers vond Mark Rutte sowieso geen keuze. Hij had op hem gestemd omdat hij geen socialisten in de regering wilde en kijk wat hij gekregen heeft: een socialistisch kabinet dat aan de hoge inkomens extra lasten op gaat leggen en dat de overheidsuitgaven tot 50% van BNP laat stijgen. Ik vind dat Rutte het redelijk goed doet in een kabinet met socialisten maar hij legt het hoe dan ook af tegen een stel illustere voorgangers. We strepen Rutte dus vast maar door.

Balkenende had ruzie met Koningin Beatrix. Het ging om de goedkeuringswet voor het huwelijk van haar geliefde zoon Friso. De premier wilde die wet niet omdat hij zich door het bruidspaar belazerd voelde. Was ook zo. Hij had gelijk en Beatrix ongelijk. Toch vond ik Balkenende, ondanks die incidentele flinke houding, geen groot premier. Van al die goede ideeën van Pim Fortuijn waar hij campagne mee gevoerd heeft is er eigenlijk geen een tot uitvoering gekomen en als je me nu vraagt wat is het resultaat van vier kabinetten Balkenende dan is het antwoord: weet ik niet. Ook Balkenende strepen we door.

Ruud Lubbers is zeker een van de bekwaamste politici die we na de oorlog gehad hebben in dit land, maar die man deugt toch niet helemaal. En in een land als Nederland willen we dat eigenlijk wel. Bekwaam zeker, dat willen we in de eerste plaats, maar toch ook goed in de betekenis van moreel oké. Maar Lubbers is een soort Roomse Aantjes. Hij deed zaken voor het familiebedrijf erbij als bijbaan tijdens zijn premierschap en als politicus had hij streken. Toen hij eenmaal was afgetreden als premier wilde niemand hem eigenlijk hebben op een hoge post. Je moest te vaak je vingers natellen. En toen hij uiteindelijk hoge commissaris werd voor de vluchtelingen, hield hij zijn eigen vingers niet thuis. Lubbers komt van de Jezuïeten in Nijmegen, van het Canisius College. Wel bekwaam maar toch gezakt. Te katholiek.

Joop den Uyl heette eigenlijk Joop den Uijl. Die y was omdat hij dat deftiger vond. Met hem aan de basis hebben we een periode ideologie in de PvdA meegemaakt, waar Nederland niets aan heeft gehad. Hij heeft een kabinet geformeerd met hulp van afvalligen uit de AR, die eerder hun eigen premier Biesheuvel een loer hadden gedraaid. Aantjes zat niet in dat kabinet, want die mocht niet van zijn naaste omgeving vanwege zijn oorlogsverleden. Maar hij was wel een van de afvalligen en Jaap Boersma was een andere. Den Uyl had in de PvdA de machtsstrijd gewonnen tegen Vondeling en voelde zich politiek verplicht aan de club van de jong-socialisten uit de zestiger jaren. Zoals dat wel vaker gaat met ouderen die zich voor het karretje van een jongere generatie laten plaatsen, ze denken dat ze begrijpen wat daar leeft maar dat is nooit zo. Jongeren worden volwassen en als dat eenmaal zo ver is nemen ze geruisloos afscheid van de onzin die ze eerder hebben verkondigd. Ouderen doen dat minder gemakkelijk en Den Uyl botste met zijn jeugdige oud-socialistisch gedachtegoed al snel op het Nederlandse en internationale bedrijfsleven. Dat heeft Nederland veel goodwill gekost. Meer in het algemeen kan men zeggen dat de links humanistische en incompetente koers die ons land in de tweede helft van de vorige eeuw heeft gevaren aan Den Uyl en zijn kabinet van brekebenen moet worden toegerekend. Het onderwijs, de samenwerking tussen overheid en bedrijfsleven, de zorg, het justitiële systeem, het is allemaal op ideologische gronden in de verdrukking geraakt en uiteindelijk is dat allemaal de schuld van Joop den Uijl. Afgevoerd dus van de lijst.

Piet de Jong heeft op de winkel gepast, zei hij zelf en als buitenstaander kun je constateren dat hij dat uitstekend heeft gedaan. Meer kon hij ook waarschijnlijk niet, want voor meer ontbrak hem de achterban. Hij vertegenwoordigde niet een duidelijke stroming in de partij. Hij was geen beroepspoliticus en kwam ook niet uit de bestuurlijke wereld. Hij was wel een even competente militair geweest als later een competente regeringsleider. Rustig, onkreukbaar, evenwichtig en leiding geven door overtuigen. Qua persoonlijkheid een van de twee of drie beste premiers, maar zonder politieke achterban is het moeilijk om iets nieuws tot stand te brengen. En ook dat is een criterium voor de nummer 1 onder de minister presidenten. Dat wordt hij dus niet.

Jan de Quay had de progressieve media tegen en ook zijn oorlogsverleden, als een van de drie leiders van de Nederlandse Unie. Van de drie was hij trouwens de meest Duits gezinde. Binnen de KVP had hij grote aanhang, maar de KVP zelf was niet populair bij het journaille. Ik denk dat De Quay een uitstekende premier van België zou zijn geweest maar boven de rivieren stuitte hij op veel tegenstand en niet helemaal ten onrechte. Hij stond voor en in de oorlog te dicht bij de Verdinaso en het Zwarte Front. In Nederland geen passende eerste minister.

Louis Beel was een wijs en verstandig mens. Hij timmerde weinig aan de weg maar iedereen die met hem samenwerkte waardeerde hem. Voor hij bij toeval minister van BiZa werd in het laatste kabinet Gerbrandy had hij carrière gemaakt in het gemeentebestuur, maar toen hij eenmaal aan de top van de piramide in Den Haag terecht kwam is hij daar gebleven. In zijn hart was Beel meer een hoge ambtenaar dan een politicus. Hij sprak zachtjes maar er werd naar hem geluisterd. Zijn omgeving was op hem gesteld, ook toen hij nog op school zat. Dat was de school waar ik ook op gezeten heb en waarvan ik de verhalen ken, maar dan veertig jaar later. Een oom was zijn tijdgenoot. In de oorlog, toen hij plaatsvervangend gemeentesecretaris was in Eindhoven nam hij ontslag toen daar een NSB’er werd benoemd als burgemeester. Flinke man, Beel, schrijf hem niet af.

Voor de oorlog werd de politiek hier gedomineerd door Hendrik Colijn. Hij is een van de drie of vier groten in die functie maar hij deugde niet. Een latere minister president ging geen excuses voor het gedrag van Colijn in Nederlands Oost Indië aanbieden, maar dat zou eigenlijk wel moeten. Vooral op Lombok heeft Colijn behoorlijk huis gehouden en dan niet als premier, maar als een soort Westerling. Zijn sterke-gulden politiek in de crisis tijd was een ramp voor het land en in de oorlog heeft het een tijd geduurd voor hij het rechte pad heeft teruggevonden. Geen Colijn, we schrappen hem.

Cort van der Linden hoort eigenlijk in de negentiende eeuw. Hij kwam uit een regentenfamilie en hoge functies waren hem aangeboren. Hij genoot het vertrouwen van eigenlijk iedereen en terecht. Hij heeft Nederland buiten de eerste wereldoorlog gehouden en geen van de strijdende partijen op de tenen getrapt, wat niet mee viel. Hij heeft het algemeen kiesrecht ingevoerd, wat hem en zijn vrienden de politieke kop ging kosten. Dat wist hij. Flinke man, nette man, hoort bij de top vier.
Dan houden we over Abraham Kuyper, Pieter Cort van der Linden, Willem Drees en Louis Beel.

Beel en Cort van der Linden vind ik, als ik ze met de twee anderen vergelijk toch net iets meer hoge bestuurders dan staatslieden van buitengewoon formaat, die aan de samenleving of de overheid een beslissende draai hebben gegeven.

Zo’n staatsman was Kuyper zeker. Hij heeft hoogst persoonlijk het protestantse Nederland van de kleine luiden op de kaart gezet. Als Nederland een eigen identiteit heeft ligt die daar. De zuilen samenleving die Nederland een eeuw lang gekenmerkt heeft was zijn werk en de AR partij die lang de politiek heeft gedomineerd heeft hij opgericht. Wie zijn memoires leest merkt dat zijn interesse en kennis niet tot Nederland waren beperkt. Het verslag van zijn reis door het Midden Oosten vind ik eigenlijk indrukwekkender dan een soortgelijk verslag van de Franse minister Lamartine. Kuyper was zonder twijfel de meest briljante intellectueel die aan het hoofd van een Nederlands kabinet heeft gestaan. Maar aan genieën zit wel eens een steekje los. Ook aan Kuyper. Bovendien deed hij zijn belangrijkste werk niet als premier en niet in de twintigste eeuw.

Willem Drees verenigt eigenlijk alle goede eigenschappen die we de diverse premiers hebben toegedicht in zijn persoon. Hij was een rustige, wijze man, gaf uitstekend leiding en was betrouwbaar. Hij schreef misschien minder briljant dan Kuyper maar wel heel leesbaar. Hij heeft de Nederlandse welvaartsstaat ontworpen, maar zonder de uitwassen die daar later aan zijn toegevoegd. Hij is met Beel verantwoordelijk geweest voor de Politionele Acties in Indië, zij het dat hij gekant was tegen de tweede en anders dan veel historici nu menen was wat hij daar gedaan heeft nodig en ethisch verantwoord. Niemand schrijft meer over de oorlogsmisdaden van Soekarno c.s. en over de noodzaak de bevolking daar tegen te beschermen. Excuses aanbieden voor het optreden van Drees of van Beel in Indië zou ik slecht vinden. Drees heeft zijn plicht gedaan, in Indië zo goed als in Nederland en ik bewonder hem daarvoor. Drees is in mijn ogen nummer 1.

———————————————————————————————————-

Eerder vandaag verschenen op het Blog van Toon Kasdorp