DE WERELD NU

Erfelijkheid van IQ

Intelligentie

“We leven nog steeds in een standenmaatschappij. De goedopgeleiden en de mensen met de goede banen komen nog steeds disproportioneel uit dezelfde families”.

Aldus, kort samengevat, Malou van Hintum in Vrij Nederland al weer een hele tijd geleden. “Dat is niet eerlijk” voegde ze er niet aan toe, maar dat was impliciet in haar betoog.

In HP De Tijd stond een week later prompt een commentaar, dat er op neer kwam dat goede opleidingen en goede banen nu eenmaal samenhangen met intelligentie en dat intelligentie erfelijk bepaald is. De schrijver had gehoord dat de relatie tegenwoordig “geschat” werd op 90% nature en 10% nurture”. Waar zeur je over, met andere woorden, het is nu eenmaal niet anders.

Waar HP De Tijd die 90% vandaan had weet ik niet, maar hoe dan ook, beide partijen lijden aan het bekende misverstand dat intelligentie, voor zover overerfbaar, ook in een mathematisch bepaalde verhouding overerfbaar is: Ouders 130 en 140, dan kinderen 135. Maar dat is niet zo.

Toen Eysenck in de vorige eeuw publiceerde, tegen de toen heersende sociologische en psychologische trends in, dat intelligentie een belangrijke genetische component had, voegde hij er aan toe dat dit betekende dat kinderen van intelligente ouders een statistisch grotere kans hadden intelligent te worden, maar dat de tendens was naar het gemiddelde van de genenpool. Binnen een paar generaties zal een buitengewoon intelligente of een buitengewoon domme familie daarom weer netjes in het gareel van het gemiddelde gaan lopen en dat is ook precies wat je in de praktijk ziet gebeuren.

Geniale ouders hebben zelden geniale kinderen, maar meestal ergens tussen gewoon en geniaal in. Erg domme ouders hebben meestal minder domme kinderen, maar zelden zijn die uitzonderlijk intelligent. Zelden is overigens niet nooit. Het mooie van kansberekening is dat zo nu en dan de resultaten ervan counterintuitive zijn. Als verreweg de grootste groep mensen in de gene pool een IQ van 100 zou hebben en het aantal met 140 of hoger is naar verhouding heel klein dan is de kans groter dat een genie uit de eerste dan uit de tweede groep komt.

Dat banen en opleiding niet alleen door intelligentie maar ook door ander factoren worden bepaald is verder een feit, ongeacht het percentage overerfbaarheid in het IQ. Men heeft in de samenleving een voorkeur voor “ons soort mensen” en dat hangt samen met de eigenaardigheden van verbale en non-verbale communicatie binnen subgroepen. Samenwerking is een functie van intelligentie en van communicatie en het ligt voor de hand dat beide een rol spelen bij de selectie van nieuwe leden van een groep. Stand is een wat ouderwetse aanduiding van een sociale subgroep en dat zal beslist een rol spelen, maar minder dan een of twee generaties geleden.

Iedereen weet tegenwoordig dat niets sneller kan gaan dan de lichtsnelheid en dat de wereld niet in zes dagen is geschapen maar dat zij door een evolutieproces van uitzonderlijk lange duur de vorm heeft gekregen waarin wij haar aantreffen. Mensen kunnen persoonlijk vaak niet volgen wat er in de natuurwetenschappen gebeurt, maar de gemeenschap als zodanig blijft goed op de hoogte.

Dat soortgelijke simpele gegevens uit de menswetenschappen zoveel meer tijd nodig hebben om tot het niveau van de publieke opinie door te dringen, komt omdat wat over mensen en over de samenleving gezegd wordt nooit waardevrij kan zijn. Kant maakte ooit het onderscheid tussen sein und sollen, tussen feitelijke oordelen en waardeoordelen en waarschuwde ervoor die gebieden door elkaar te halen. Dat deed hij tevergeefs. Alle feiten die ons waardeoordeel over andere mensen kunnen beïnvloeden worden waargenomen door de filter van onze ideologie, dat is bij VN niet anders dan bij HP de Tijd.


Dit artikel verscheen eerder op het Blog van Toon Kasdorp

7 reacties

  1. Daan schreef:

    Ik zeg altijd maar zo: ‘Flynn-effect’.

    Oftewel: niks genen en evolutie. Op de menselijke hardware kan elk IQ draaien. Moet je t wel goed installeren natuurlijk (‘opvoeden’, zweep erover, sommetjes maken).

    Over sommetjes maken gesproken: met een beetje oefenen scoor je een standaard deviatie hoger (15 pt).

    Maar goed, ik dacht dat dat IQ-gelul allang verleden tijd was? Iets uit de vorige vorige eeuw. De tijd van de schedelmeters en de doorgetrokken-wenkbrauwmaffia. Een getal koppelen aan de mind. Dat is net zoiets als goeie seks koppelen aan 20 centimeter.

  2. Dick Ahles schreef:

    In dit korte artikel over de altijd tot zo tot heftige reacties-leidende onderwerp ‘IQ/intelligentie’ staat weinig verkeerds. Ik mis in de discussie over ‘standen’ en ‘intelligentie’ weer een belangrijk punt: (vrije) partnerkeuze.

    De definitie van Kasdorp van de altijd in iedere maatschappij standen: “Stand is een wat ouderwetse aanduiding van een sociale subgroep en dat zal beslist een rol spelen, maar minder dan een of twee generaties geleden.” is correct, maar er moet wel onderscheid worden gemaakt voor maatschappijen waarin de standen expliciet worden ‘gerespecteerd’ en dan meestal met (sociale druk) wordt afgedwongen. Het is niet toegestaan van ‘stand’ te wisselen en de overloper wordt gestraft of wordt een paria. Dit is wat we gewoonlijk aanduiden met standen maatschappij. India is nog steeds zo’n maatschappij. De ‘menging’ van de gene pool werkt in een standen-maatschappij anders dan in een open ‘sociale subgroepenmaatschappij’.

    Omdat in een standen-maatschappij bijna altijd sprake zijn van gedwongen partner-keuze. Hoe dat in de praktijk werkt staat meesterlijk beschreven in het boek van Seth, ‘Suitable Boy’.

    Als in een maatschappij de partner-keuze vrij is voor de partners, en de technologie de meest bepalende factor van partnerkeuze (fysieke afstand) vele malen wordt vergroot, dan zullen partners geneigd, en dus ook in staat zijn, vooral te kiezen voor partners van vergelijkbare cognitieve vaardigheden.
    Kon in de oude middeleeuwse vorsten nog (gedwongen) worden met domme partners te trouwen (en het gebrek aan intelligentie is de belangrijkste reden dat vele vorsten-huizen vanzelf aan hun einde komen) in de moderne tijd zal dat over het algemeen voor niet vorstelijke burgers niet meer het geval zijn.

    Dat betekent dat ook met de wet van de ‘regressie naar het gemiddelde’ het gemiddelde van die open subgroep ‘gemiddeld’ af gaat wijken van de andere groepen. En omdat in het boek van Herrnstein en Murray, ‘The Bell Curve’ uitvoerig wordt bewezen dat de mate van ‘Cognitive Ability’ een belangrijke (gemiddelde) factor is in succes, rijkdom, levensverwachtingen, zullen de diverse sociale subgroepen steeds meer op een natuurlijke wijze ‘gesloten’ worden en daarin met het gemiddelde intelligentie niveau gaan ‘afwijken’. Er ontstaan dan weer standen (waar volgens mij Vrij Nederland het dus terecht over heeft, die als vanzelfsprekend een boven-klasse en een onder-liggende ḱlasse van verpauperden gaat vormen. De mensen uit die onderliggende klasse, met gemiddeld minder cognitieve vaardigheden, krijgen dan eigenlijk geen kans meer om daar uit te geraken, omdat de regressie naar het gemiddelde hen onvoldoende zal kunnen helpen.

    Waar in een ouderwetse standen maatschappij, die is/was gebaseerd op andere criteria dan intelligentie-niveau, het heel gewoon was dat in de laagste klassen hele intelligente mensen voor kwamen en in de hoogste klasse hele domme, zal dat in onze huidige maatschappij dat dus steeds minder gaan voorkomen.
    En dat heeft op termijn grote maatschappelijk effecten.

    Overigens, voor iedereen die zich wil verdiepen in (het meten van) intelligentie en de effecten daarvan op de Klasse-structuur van een maatschappij, is het eerder genoemde boek ‘The Bell Curve’ een must om mee te beginnen. Er staat in de eerste pagina’s een vrij compleet overzicht van de historische discussies en definitie-oorlogen over wat intelligentie nu eigenlijk is. En ondanks de onvermijdelijke verguizing van dit boek (raden door wie?) zijn de auteurs uiterst zorgvuldig inm hun uitspraken, wat ondermeer mag blijken uit de tekst bij het meest-omstreden hoofdstuk 13 “Ethic Differences in Cognitive Ability’ die de schrijver vooraf laat gaan van de volgende tekst (pp267):

    “… This means considering all races and ethic groups, which leads to the most controversial issues we will discuss: ethic differences in cognitive ability and social behavior, the effect s of fertility patterns on the distribution of intelligence, and the overall relationship of low cognitive ability to what has become known as the underclass. As we begin, perhaps a pact is appropriate. The facts about these topic are not only controversial but exceedingly complex. For our part, we will undertake to confront all the tough questions squarely. We ask that you read carefully.”

  3. Cool Pete schreef:

    Zie ook: Prof. Dr. Hans Galjaard – “Alle mensen zijn ongelijk” [ 1994 ].

  4. Cool Pete schreef:

    Zie ook, zo’n vijftig jaar geleden, de hoogleraar antropo-biologie Prof. Dr. A. de Froe –
    “Kunnen mensen denken ? Ja, ’n beetje”.

  5. Richard Sorge schreef:

    Wat weer een onzin. We zien dagelijks om ons heen dat talenten, en dus ook IQ, erfelijk zijn; de Verstappens, de Brandsteders, de familie Hazes, de familie De Mol, de Roelvinkjes, de Oosterhuisjes, de voetballers Kraaij, Blind, Cruijff, de familie Brandt Corstius, de familie Marijnissen, de criminele aanleg bij zekere bevolkingsgroepen en dat is alleen nog maar Nederland. Wel tonen de nietszeggende nazaten van de Zwijger aan dat een lijn, als deze niet onderbroken wordt, op de lange duur inderdaad kan verwateren.

  6. Cool Pete schreef:

    @Richard Sorge:
    – van de door u genoemden, was alleen Cruijff een originele denker en dus intelligent.
    – talent = 1% inspiratie en 99% transpiratie; en dus niet erfelijk. De ouders van talenten, waren ongeveer nooit ook talenten.
    – het is de vraag, wat talent met intelligentie te maken zou hebben. Talent is vaak een heel nauw specialisme.
    – de aanleg tot – een te ontwikkelen !!! – IQ [ = constructie ] wordt merendeels erfelijk bepaald.
    – het uiteindelijke IQ wordt door wisselwerking genetica x milieu gevormd.
    – in de loop van een mensen-leven is ook diens genetica aan verandering onderhevig:
    epi-genetica.
    – veel ruimer en dieper dan IQ, is: intelligentie.
    – iemand’s opgebouwde persoonlijkheid, is zeer belangrijk voor intelligentie.

  7. Cool Pete schreef:

    p.s.: ik ben een groot fan van Max Verstappen.